Elisabeth Amalie Eugenie in Beieren (München, 24 december 1837 - Genève, 10 september 1898) was hertogin in Beieren en prinses van Beieren uit het huis Wittelsbach en later – door haar huwelijk met keizer Frans Jozef I – keizerin van Oostenrijk en vanaf8 juni 1867 tevens koningin van Hongarije.
Ze is algemeen bekend onder haar bijnaam Sisi, zoals haar familie haar noemde. Met deze naam ondertekende ze ook haar brieven naar intimi. Sissi, met dubbele s, is wijdverbreid vanwege de titel van de op haar leven gebaseerde filmtrilogie.
Elisabeth was de tweede dochter van hertog Maximiliaan Jozef in Beieren en prinses Ludovika, dochter van koning Maximiliaan I Jozef van Beieren. Met haar zeven broers en zussen bracht ze een gelukkige kindertijd door in het Hertog Maxpaleis aan de Ludwigstrasse nr. 8 in München. De hertogelijke familie had ook een zomerkasteeltje, Schloß Possenhofen, in Possenhofen aan deStarnberger See. Hun ouders hadden geen verplichtingen aan het Beiers hof en zo hadden de kinderen een tamelijk onbekommerde jeugd. Elisabeth was bijzonder zorgeloos en liberaal opgevoed door haar vader.
In 1853 begeleidde de 15-jarige Elisabeth haar moeder en oudere zuster Helene op een reis naar het Oostenrijkse Ischl (tegenwoordig Bad Ischl), waar Helene de aandacht van haar 22-jarige neef, keizer Frans Jozef – die in Ischl zijn 23e verjaardag zou vieren – moest trekken. Deze viel echter op Elisabeth (die op haar beurt eigenlijk leek voorbestemd voor Frans Jozefs broer Karel Lodewijk) en op 24 april 1854 trouwde de inmiddels 16-jarige Elisabeth met de 23-jarige keizer in de Augustijnenkerk te Wenen.
Elisabeth had van het begin af aan moeite zich aan de strenge Habsburgse hofetiquette te onderwerpen met name omdat ze in haar vrijheid werd beperkt. Zo bleef ze een buitenstaander. Ze baarde in korte tijd drie kinderen: Sophie, Gisela en Rudolf. Ze mocht zich van haar schoonmoeder, aartshertogin Sophie, niet met de opvoeding van de kinderen bemoeien en na Rudolfs geboorte begon het huwelijk slechter te worden, vooral door de overspeligheid van Frans Jozef. Elisabeth ging zich steeds vreemder gedragen, zoals het verbergen van haar gezicht voor de buitenwereld toen ze ouder werd. Zelf heeft ze hierover gezegd: "Ik verberg mijn gezicht achter een waaier, zodat de dood ongestoord zijn werk kan doen."
Een andere, misschien aannemelijkere verklaring dat Sisi een waaier voor haar gezicht droeg, was de schaamte over de toestand van haar gebit. Dat was in een zeer slechte staat. Ze miste enkele tanden aan de voorkant en men vertelt dat ze enorm uit haar mond stonk vanwege haar slechte gebit. Ooit werd ze gezien als mooiste vrouw van het keizerrijk. Ze moet hebben beseft dat haar gebit daar op den duur alle afbreuk aan deed en ze besloot daarop dat niemand ooit haar gebit nog zou zien door een waaier te gebruiken.
Een andere, misschien aannemelijkere verklaring dat Sisi een waaier voor haar gezicht droeg, was de schaamte over de toestand van haar gebit. Dat was in een zeer slechte staat. Ze miste enkele tanden aan de voorkant en men vertelt dat ze enorm uit haar mond stonk vanwege haar slechte gebit. Ooit werd ze gezien als mooiste vrouw van het keizerrijk. Ze moet hebben beseft dat haar gebit daar op den duur alle afbreuk aan deed en ze besloot daarop dat niemand ooit haar gebit nog zou zien door een waaier te gebruiken.
In haar familie, de Wittelsbachers, was waanzin een veelvoorkomende kwaal. Ook haar neef en vriend Lodewijk II van Beieren had er last van. Elisabeth trok de aandacht door haar anorexia waardoor ze periodes last had van hongeroedeem. Ze probeerde allerlei speciale diëten, zoals het eten van slechts sinaasappels of het drinken van melk. Ze was steeds op reis en verwaarloosde haar man en haar plichten. Tijdens de reizen nam zij op zee en tijdens wilde ritten te paard zoveel risico dat er sprake moet zijn geweest van suïcidaal gedrag. Om het hof en haar man te ontlopen bezocht zij onder andere Madeira, Engeland, Nederland en Hongarije. In Amsterdam raakte zij zeer bevriend met de toen al gevierde circusdirecteur Oscar Carré, die haar paardrijlessen gaf.
Toen ze zag dat haar zoon zijn strenge militaire opvoeding niet aankon, ontstond er een groot conflict tussen Elisabeth en haar schoonmoeder. Het gevolg was dat Elisabeth Frans Jozef een ultimatum stelde, net na de zevende verjaardag van Rudolf. Ze eiste de zeggenschap over haar kinderen en haar complete vrijheid terug. Ze wilde ook dat graaf Leopold Gondrecourt, die verantwoordelijk was voor de nogal harde opvoeding van Rudolf, opstapte. Frans Jozef stemde toe en vanaf dat moment verlooraartshertogin Sophie veel van haar macht met betrekking tot Frans Jozef. Elisabeth stelde na het vertrek van Gondrecourt een andere leraar/opvoeder aan, de zeer liberale Joseph Latour von Thurmburg. Rudolf zou zijn moeder zijn leven lang dankbaar blijven omdat ze dat voor hem gedaan had, ook al was de relatie tussen moeder en zoon niet altijd even goed.
Elisabeth zag het als haar taak om Hongarije en Oostenrijk weer tot elkaar te brengen. De band tussen de beide landen was na deHongaarse Revolutie van 1848 tegen de regering van Wenen zeer slecht. Elisabeth wist de landen te verenigen en in 1867 werd deOostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie opgericht. Elisabeth, die altijd al met de Hongaren had gesympathiseerd, werd koningin van Hongarije. Samen met haar echtgenoot werd ze in Boeda (Boedapest) op 8 juni 1867 tot koningin van Hongarije gekroond. Ongeveer tien maanden later werd hun vierde kind Marie Valerie (1868-1924) geboren. Met de toenemende populariteit van Elisabeth in Hongarije, daalde haar populariteit navenant in de overige koninkrijken en landen van de Donaumonarchie. Met name in het Habsburggetrouwe Bohemen zag men met argusogen aan hoe de opstandige Hongaren – onder invloed van Elisabeth – allerlei voorrechten kregen die henzelf werden onthouden.
Elisabeth had niet alleen een grote liefde voor Hongarije. Ook Griekenland en – in navolging van haar lievelingsdichter Heinrich Heine – de Griekse klassieke oudheid, oefenden een grote aantrekkingskracht op haar uit. Ze leerde zelfs Nieuwgrieks en was deze taal op een gegeven moment zo machtig dat ze een vertaling maakte van een novelle van een andere favoriete Duitse schrijver, Paul Heyse. Diens novelle Die Einsamen verscheen in een door de keizerin, onder het pseudoniem Gloriette, geschreven vertaling, te Athene, in 1893.[1] OpKorfoe liet ze een slot met de naam Achilleion bouwen, waar ze maar kort van heeft kunnen genieten. Het huis beviel haar bovendien meteen al niet. Nadat kosten noch moeite waren gespaard voor de bouw en inrichting, liet ze bijna meteen na oplevering een groot gedeelte van de meubels weer verschepen naar Wenen, waar ze werden opgeslagen. Na haar dood erfde haar dochter Gisela het huis, dat zij in 1907 aan keizer Wilhelm II van Duitslandverkocht.
Elisabeth werd ook beroemd door haar invloed op de mode en om haar schoonheid, dieet, lichamelijke oefeningen en sport, die haar het uiterlijk gaven van een anorexia nervosa-patiënte. Elisabeth was 1 meter 72 lang, maar woog in het algemeen tussen de 45 en 50 kilo, buiten haar zwangerschappen om uiteraard. Toen er voor het eerst sporttoestellen werden besteld voor in de Hofburg, dacht men dat deze voor Franz Jozef en andere heren bedoeld waren. Men was dan ook zeer verbaasd toen men vernam dat Elisabeth deze sporttoestellen gebruikte. Op middelbare leeftijd was ze, vooral in haar eigen ogen, niet mooi meer en haar huid was sterk verouderd. Daarom verborg zij zich achter zware voiles en opgeheven waaiers, ook omdat ze het haatte aangestaard te worden. Er mochten vanaf 1875 geen foto's meer van haar worden gemaakt, zodat naar haar eigen zeggen haar schoonheid eeuwig zou blijven. De ouder wordende Elisabeth was steeds op reis of, zo men wil, op de vlucht.
In 1889 doodde de 30-jarige kroonprins Rudolf in Mayerling zijn 17-jarige geliefde barones Marie von Vetsera en pleegde daarnazelfmoord. Elisabeth kwam deze slag niet te boven en verzonk in een depressie. Vanaf dit moment droeg de keizerin alleen nog maar zwarte kleding en deed afstand van al haar sieraden. Elisabeth voelde zich schuldig aan de dood van haar zoon. Ze was zelf niet bij de bijzetting van haar zoon in de Kaisergruft aanwezig, maar een aantal dagen daarna bezocht ze het graf, een getuige hoorde Elisabeth roepen: "Rudolf, Rudolf!" Elisabeth probeerde zelfs via een medium, haar oude jeugdvriendin Irene Paumgarten, contact te krijgen met Rudolf.
Keizer Frans Jozef gaf de zelfmoord na enige tijd openlijk toe, maar alle informatie over de dood van de kroonprins was tot 1918 in Oostenrijk-Hongarije verboden. AartshertogFrans Ferdinand werd de nieuwe troonopvolger. Voor Elisabeth begon een tijd van nog rustelozer reizen dan ze tot dan toe al had gedaan. Ze was vrijwel nooit meer in Wenen en reisde voor een deel zelfs op de bonnefooi, wat – gelet op het enorme gezelschap dat haar begeleidde – tot veel complicaties leidde.
Ook ontwikkelde de keizerin in deze tijd de gewoonte om her en der onaangekondigd op visite te gaan. Onder meer koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk en koningWillem III der Nederlanden viel deze "eer" te beurt. Ook verscheen ze onaangekondigd aan het Griekse hof. De wacht herkende haar niet en nam haar niet serieus toen ze vertelde dat ze de keizerin van Oostenrijk was. Uiteindelijk bleken de koning en koningin (George I en Olga) niet thuis te zijn. Daarop besloot Elisabeth dan maar langs te gaan bij de kroonprins, Constantijn. Die was evenmin thuis, maar zijn vrouw, de Pruisische prinses Sophie wel. De keizerin nodigde zichzelf uit en stond er op in het Grieks te converseren, hoewel de Griekse kroonprinses deze taal niet machtig was.[
Op 10 september 1898 werd Elisabeth in Genève door de Italiaanse anarchist Luigi Lucheni met een geslepen vijl doodgestoken. Lucheni had aanvankelijk de hertog van Orléans willen vermoorden, maar de hertog was niet in Genève en Luigi had niet genoeg geld om naar Italië te reizen. Een krant had melding gemaakt van de aankomst van 'gravin Hohenembs', het incognito van de keizerin, in het hotel Beau Rivage. Ze was daar op uitnodiging van de familie Rothschild. Dit krantenbericht was Lucheni niet ontgaan. Hij begon het hotel in de gaten te houden. Om 13.40 uur wilde Elisabeth met de lijnboot naar Montreux terugvaren. Elisabeth en haar hofdame gravin Irma Sztáray liepen langs de kade van het Meer van Genève, op weg naar de haven waar de lijnboot klaar lag, toen Lucheni zijn kans greep. Hij liep op de dames af, keek snel onder de parasol om er zeker van te zijn dat het de keizerin was, en stompte, met in zijn hand een vijl verborgen, hard op de borst van Elisabeth.
Elisabeth viel, stond op, fatsoeneerde haar kapsel, liep vervolgens nog honderd meter naar de boot en zakte op de boot in elkaar, waar ze nog even bij kennis kwam. 'Wat is er met mij gebeurd?' waren haar laatste woorden, voordat ze weer bewusteloos raakte. Op een geïmproviseerde draagbaar werd ze naar het hotel Beau Rivage teruggebracht en daar werd de 60-jarige Elisabeth, zonder dat ze nog bij kennis was geweest, om 14.40 uur door de artsen doodverklaard. De scherpe vijl had een kleine wond in het hartzakje en het hart zelf veroorzaakt. Op de huid was niet meer dan een kleine druppel bloed te zien, maar de keizerin stierf aan de inwendige bloeding.
Elisabeth werd op 17 september 1898 in de Kapuzinergruft te Wenen bijgezet. Lucheni werd tot levenslang veroordeeld, maar hing zich in 1910 met zijn eigen riem op. Bijna niemand nam hier notie van. Voor Frans Jozef betekende de dood van zijn vrouw een nieuwe klap, na de zelfmoord van Rudolf en het overlijden van zijn schoonzus Sophie van Alençon-Orléans, die bij een brand tragisch om het leven was gekomen. Hij stelde als aandenken aan zijn vrouw een Elisabeth-Orde in en bouwde in 1901 als monument voor Elisabeth een kerkje op de Schneeberg, de Elisabethkirche.
Toen de aanslag plaatsvond, had juist Wilhelmina der Nederlanden vier dagen eerder de troon bestegen. Wilhelmina's moeder, prinses Emma, verlangde tevergeefs dat zij de geplande rijtoer die zij die middag – 10 september 1898 – door Den Haag zou maken, zou afgelasten.
Destijds vormden vooral gewelddadige anarchisten een bedreiging voor vorsten en regeringsleiders. De Amerikaanse president James Garfield was in 1881 vermoord, tsaarAlexander II van Rusland in datzelfde jaar. In 1902 werd een mislukte aanslag gepleegd op koning Leopold II van België en in respectievelijk 1908 en 1913 werden de koning vanPortugal en die van Griekenland vermoord.[3]
Kinderen[bewerken]
- Sophie Frederika Dorothea (5 maart 1855 - 29 mei 1857)
- Gisela Louisa Marie (12 juli 1856 - 27 juli 1932), gehuwd met prins Leopold van Beieren
- Rudolf (21 augustus 1858 - 30 januari 1889), kroonprins, gehuwd met prinses Stefanie van België
- Marie-Valerie (22 april 1868 - 6 september 1924), gehuwd met Frans Salvator van Oostenrijk, kleinzoon van Leopold II van Toscane
Voorouders[bewerken]
Voorouders van Elisabeth in Beieren | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Overgrootouders | Wilhelm in Beieren (1752-1837) ∞ 1780 Marie Anna van Zweibrücken-Birkenfeld (1753-1824) | Lodewijk Maria van Arenberg (1757-1795) ∞ Anne de Mailly-Nesle (1766 - 1789) | Frederik Michael van Palts-Birkenfeld (1734–1767) ∞ 1746 Maria Francisca van Palts-Sulzbach (1734-1794) | Karel Lodewijk van Baden (1755-1801) ∞ 1774 Amalia van Hessen-Darmstadt (1754-1832) | ||||
Grootouders | Pius August in Beieren (1786–1737) ∞ 1807 Amalia Louise van Arenberg (1789-1823) | Maximiliaan I Jozef van Beieren (1756-1828) ∞ 1797 Caroline van Baden (1776-1841) | ||||||
Ouders | Maximiliaan Jozef in Beieren (1808–1888) ∞ 1828 Ludovika van Beieren (1808-1892) | |||||||
'Elisabeth in Beieren (1837-1898)' |
Keizerin-gemalin van Oostenrijk Koningin-gemalin van Bohemen Koningin-gemalin van Hongarije | ||
Periode | 1854 - 1898 | |
Voorganger | Maria Anna van Sardinië | |
Opvolger | Zita van Bourbon-Parma |
Hertog Max Jozef ,vader van Sisi
Een aantal kinderen van Max: v.l.n.r.: Sophie, Maximiliaan Emanuel, Karel Theodoor, Helene, Lodewijk, Mathilde en Marie
Ludovika op jeugdige leeftijd, moeder van Sisi
Ludovika op hoge leeftijd
Aartshertogin Sophie van Oostenrijk
Kleine Aartshertogin Gisela
Aartshertogin Gisela
Verlovingsfoto van Aartshertog Rudolf
Marie Valerie in 1890
Marie Valerie en haar man
Marie Valerie met man en kinderen
Huwelijk
In het sprookje zijn zowel Sisi als Frans Jozef verliefd op elkaar bij hun eerste ontmoeting. Maar in werkelijkheid was dit anders. De keizer was inderdaad erg onder de indruk van de hertogin maar over de gevoelens van Sisi is minder bekend. Volgens Lichtscheidl was zij onder de indruk van haar verloofde en genoot zij van alle aandacht maar was zij ook vaak in tranen. “Toen ze zich bewust werd van haar toekomstige leven als keizerin aan het Weense hof werd Sisi bang. In tegenstelling tot de films was de Aartshertogin Sophie, haar toekomstige schoonmoeder, blij met de keuze van haar zoon.” Een groot probleem binnen het huwelijk was echter dat Sophie teveel invloed had op Frans. “Hij luisterde wel naar zijn moeder maar niet naar zijn vrouw.” Wanneer het zilveren huwelijk in 1879 aanbreekt is het paar dan ook uit elkaar gegroeid. Frans leidt het leven van een ambtenaar en staat iedere dag vroeg op en kijkt urenlang aktes door; Sisi daarentegen was bezig met reizen, sport, filosofie en literatuur. Zo waren er ook geruchten over affaires. “Sisi was altijd een fanatiek paardrijdster en had een vaste begeleider: jachtmeester Captain Bay Middleton. Er bestond tussen hen een hechte vriendschap. Wanneer Middleton in 1882 trouwt, geeft Sisi het paardrijden voorgoed op.” De keizerin dreef daarnaast een goede vriendin, Katharina Schratt, in de armen van haar man wanneer zij zich zelf steeds meer onttrekt van hun leven samen.
In het sprookje zijn zowel Sisi als Frans Jozef verliefd op elkaar bij hun eerste ontmoeting. Maar in werkelijkheid was dit anders. De keizer was inderdaad erg onder de indruk van de hertogin maar over de gevoelens van Sisi is minder bekend. Volgens Lichtscheidl was zij onder de indruk van haar verloofde en genoot zij van alle aandacht maar was zij ook vaak in tranen. “Toen ze zich bewust werd van haar toekomstige leven als keizerin aan het Weense hof werd Sisi bang. In tegenstelling tot de films was de Aartshertogin Sophie, haar toekomstige schoonmoeder, blij met de keuze van haar zoon.” Een groot probleem binnen het huwelijk was echter dat Sophie teveel invloed had op Frans. “Hij luisterde wel naar zijn moeder maar niet naar zijn vrouw.” Wanneer het zilveren huwelijk in 1879 aanbreekt is het paar dan ook uit elkaar gegroeid. Frans leidt het leven van een ambtenaar en staat iedere dag vroeg op en kijkt urenlang aktes door; Sisi daarentegen was bezig met reizen, sport, filosofie en literatuur. Zo waren er ook geruchten over affaires. “Sisi was altijd een fanatiek paardrijdster en had een vaste begeleider: jachtmeester Captain Bay Middleton. Er bestond tussen hen een hechte vriendschap. Wanneer Middleton in 1882 trouwt, geeft Sisi het paardrijden voorgoed op.” De keizerin dreef daarnaast een goede vriendin, Katharina Schratt, in de armen van haar man wanneer zij zich zelf steeds meer onttrekt van hun leven samen.
Kinderen
Uit haar huwelijk met Frans kreeg Sisi vier kinderen: Sophie, Gisela, Rudolph en Marie-Valerie. Haar eerste dochter overlijdt echter al op tweejarige leeftijd in Hongarije. “Schoonmoeder Sophie adviseerde de keizerin om haar kinderen thuis te laten maar Sisi negeerde dit advies. Zowel Sophie als Gisela werden ziek, de oudste prinses overleefde het niet. Sisi had echter weinig tijd om te rouwen om haar verlies en schenkt 15 maanden later alweer het leven aan kroonprins Rudolph.” De dood van Sophie heeft een enorme invloed gehad op de opvoeding van de kinderen van Sisi. “Door het verdriet van het overlijden van haar dochter was zij niet meer in staat om van haar kinderen te houden. Hoewel ze voor de dood van Sophie nog boos is omdat haar schoonmoeder de opvoeding van haar kinderen overneemt, laat ze het daarna helemaal over aan anderen.” Wanneer Sisi’s vierde kind wordt geboren verandert haar houding echter. “Marie-Valerie kreeg alle liefde van haar moeder en kreeg de bijnaam ‘de Enige’. Ze werd erg verwend en werd meegenomen op alle reizen van haar moeder.”
Uit haar huwelijk met Frans kreeg Sisi vier kinderen: Sophie, Gisela, Rudolph en Marie-Valerie. Haar eerste dochter overlijdt echter al op tweejarige leeftijd in Hongarije. “Schoonmoeder Sophie adviseerde de keizerin om haar kinderen thuis te laten maar Sisi negeerde dit advies. Zowel Sophie als Gisela werden ziek, de oudste prinses overleefde het niet. Sisi had echter weinig tijd om te rouwen om haar verlies en schenkt 15 maanden later alweer het leven aan kroonprins Rudolph.” De dood van Sophie heeft een enorme invloed gehad op de opvoeding van de kinderen van Sisi. “Door het verdriet van het overlijden van haar dochter was zij niet meer in staat om van haar kinderen te houden. Hoewel ze voor de dood van Sophie nog boos is omdat haar schoonmoeder de opvoeding van haar kinderen overneemt, laat ze het daarna helemaal over aan anderen.” Wanneer Sisi’s vierde kind wordt geboren verandert haar houding echter. “Marie-Valerie kreeg alle liefde van haar moeder en kreeg de bijnaam ‘de Enige’. Ze werd erg verwend en werd meegenomen op alle reizen van haar moeder.”
Gezondheid
De gezondheid van Sisi was niet altijd even goed. Haar eerste reis ging naar het zuiden op medisch advies van haar arts. Lichtscheidl: “Na de geboorte van Rudolph raakte Sisi in een mentale en fysieke crisis. Het officiële verhaal is dat zij een longaandoening had maar dit is nooit bewezen. Het kon namelijk ook een excuus zijn geweest om aan het strenge hofleven te ontsnappen. In latere jaren kreeg zij ook last van reuma en ischiasneuralgie.” De slanke taille van de keizerin doet al lange tijd suggereren dat Sisi een eetstoornis had. Ze had weinig eetlust en volgde een streng dieet. Haar uithoudingsvermogen en haar dikke, glanzende haar spreken een ziekte echter tegen. Daarnaast kreeg Sisi na de dood van haar zoon Rudolph een zware depressie.
De gezondheid van Sisi was niet altijd even goed. Haar eerste reis ging naar het zuiden op medisch advies van haar arts. Lichtscheidl: “Na de geboorte van Rudolph raakte Sisi in een mentale en fysieke crisis. Het officiële verhaal is dat zij een longaandoening had maar dit is nooit bewezen. Het kon namelijk ook een excuus zijn geweest om aan het strenge hofleven te ontsnappen. In latere jaren kreeg zij ook last van reuma en ischiasneuralgie.” De slanke taille van de keizerin doet al lange tijd suggereren dat Sisi een eetstoornis had. Ze had weinig eetlust en volgde een streng dieet. Haar uithoudingsvermogen en haar dikke, glanzende haar spreken een ziekte echter tegen. Daarnaast kreeg Sisi na de dood van haar zoon Rudolph een zware depressie.
Hofleven
Het is duidelijk dat Sisi niet goed kon omgaan met het strenge hofleven van de Habsburgers. In haar ogen was deze koel en afstandelijk; ze huilde dan ook veel in het begin en beschuldigde haar schoonmoeder ervan haar hierin niet te steunen. In haar gedichten schreef ze met hoon en minachting over de hovelingen. Om te voorkomen dat anderen ze lazen, werden de teksten in Zweden ondergebracht en liet Sisi vastleggen dat deze pas 60 jaar later gepubliceerd mochten worden.
Het is duidelijk dat Sisi niet goed kon omgaan met het strenge hofleven van de Habsburgers. In haar ogen was deze koel en afstandelijk; ze huilde dan ook veel in het begin en beschuldigde haar schoonmoeder ervan haar hierin niet te steunen. In haar gedichten schreef ze met hoon en minachting over de hovelingen. Om te voorkomen dat anderen ze lazen, werden de teksten in Zweden ondergebracht en liet Sisi vastleggen dat deze pas 60 jaar later gepubliceerd mochten worden.
SISI’S HAAR
Het meest beroemde kenmerk van Sisi was het haar van de keizerin. Dit reikte tot aan haar enkels en woog maar liefst vijf kilo. De kapster van Sisi, Fanny Feifalik, vlocht het haar iedere dag in binnen twee uur tijd. Daarnaast werd het haar iedere twee weken gewassen met eieren en cognac; dit nam een hele dag in beslag. Wanneer de keizerin hoofdpijn kreeg van haar zware haardos werd het boven haar hoofd opgehangen om de druk te verlichten. Een ander feitje: Fanny leek veel op Sisi en trad af en toe op als dubbelgangster.
Karakter
Het karakter van Sisi kenmerkt zich met rusteloosheid, onzekerheid, nervositeit en overgevoeligheid. Lichtscheidl: “Sisi had veel angsten en onzekerheden; ze barstte vaak in tranen uit wat weer zorgde voor kritiek aan het Weense hof.” Over haar reis naar Oostenrijk om te trouwen met Jozef wordt geschreven: “De volgende ochtend vertrok het schip uit Linz en vervolgde Sisi haar reis. Op de oevers werd zij uitgezwaaid door talloze juichende mensen. Er klonken saluutschoten en het keizerlijk volkslied. Aan het einde van de middag kwam zij aan in Wenen waar de kerkklokken luidden. Sisi stond beteuterd in het midden van het feestgedruis.” Haar onzekerheid blijkt wel uit het feit dat toen zij ouder werd, zij haar gezicht verborg achter sluiers en waaiers. Daarnaast wilde Sisi zich niet langer meer laten fotograferen en schilderen voor portretten. Lichtscheidl denkt dat dit kwam door het belang van haar handelsmerk: haar uiterlijk. “Ze was zich zeer bewust van haar uiterlijk en erkende ook het effect dat zij had op anderen. Mogelijk voelde zij hierdoor nog meer druk om mooi en jong te blijven.” Maar Sisi kon ook zeer betrokken bij het volk zijn. Zo was zij beschermvrouwe van het opleidingsinstituut Hernals. Wanneer tyfus uitbrak, bleef de keizerin de kinderen bezoeken. Ze zette zich zeer in voor opleidingsmogelijkheden voor meisjes en vrouwen. De officiële verplichtingen vond ze echter maar niks; het liefst kwam zij altijd onaangekondigd met enkel een hofdame als gezelschap. Bestuurders namen haar dit kwalijk maar patiënten en het volk droegen haar op handen. Haar rusteloosheid kwam vooral tot uiting in haar vele reizen. Zo spendeerde ze veel tijd en geld in de herbouw van de villa Achilleion in Griekenland maar verloor interesse toen de bouw klaar was. “Ze schreef in een brief dat de atmosfeer was verdwenen.” Na de dood van Rudolph kreeg haar reislust een dwangmatig karakter; thuis vond zij geen rust meer en ze bracht uiteindelijk slechts een paar weken per jaar in Wenen door. De keizerin onttrok zich volledig aan haar verplichtingen en koos voor haar eigen bezigheden. Dit leverde veel kritiek op: ze was immers nooit meer te vinden in Oostenrijk en Hongarije.
Het karakter van Sisi kenmerkt zich met rusteloosheid, onzekerheid, nervositeit en overgevoeligheid. Lichtscheidl: “Sisi had veel angsten en onzekerheden; ze barstte vaak in tranen uit wat weer zorgde voor kritiek aan het Weense hof.” Over haar reis naar Oostenrijk om te trouwen met Jozef wordt geschreven: “De volgende ochtend vertrok het schip uit Linz en vervolgde Sisi haar reis. Op de oevers werd zij uitgezwaaid door talloze juichende mensen. Er klonken saluutschoten en het keizerlijk volkslied. Aan het einde van de middag kwam zij aan in Wenen waar de kerkklokken luidden. Sisi stond beteuterd in het midden van het feestgedruis.” Haar onzekerheid blijkt wel uit het feit dat toen zij ouder werd, zij haar gezicht verborg achter sluiers en waaiers. Daarnaast wilde Sisi zich niet langer meer laten fotograferen en schilderen voor portretten. Lichtscheidl denkt dat dit kwam door het belang van haar handelsmerk: haar uiterlijk. “Ze was zich zeer bewust van haar uiterlijk en erkende ook het effect dat zij had op anderen. Mogelijk voelde zij hierdoor nog meer druk om mooi en jong te blijven.” Maar Sisi kon ook zeer betrokken bij het volk zijn. Zo was zij beschermvrouwe van het opleidingsinstituut Hernals. Wanneer tyfus uitbrak, bleef de keizerin de kinderen bezoeken. Ze zette zich zeer in voor opleidingsmogelijkheden voor meisjes en vrouwen. De officiële verplichtingen vond ze echter maar niks; het liefst kwam zij altijd onaangekondigd met enkel een hofdame als gezelschap. Bestuurders namen haar dit kwalijk maar patiënten en het volk droegen haar op handen. Haar rusteloosheid kwam vooral tot uiting in haar vele reizen. Zo spendeerde ze veel tijd en geld in de herbouw van de villa Achilleion in Griekenland maar verloor interesse toen de bouw klaar was. “Ze schreef in een brief dat de atmosfeer was verdwenen.” Na de dood van Rudolph kreeg haar reislust een dwangmatig karakter; thuis vond zij geen rust meer en ze bracht uiteindelijk slechts een paar weken per jaar in Wenen door. De keizerin onttrok zich volledig aan haar verplichtingen en koos voor haar eigen bezigheden. Dit leverde veel kritiek op: ze was immers nooit meer te vinden in Oostenrijk en Hongarije.
Het rijtuig van Sisi.
KAISER FRANZ I JOSEPH
The young crown prince Rudolf during his adolescence
Franz Schrotzberg Kaiserin- Elisabeth von Österreich
Gisela Archduchess of Austria - Daughter of Empress Sissi
Crown prince Rudolf on the deathbed.
Crown Princess Stéphanie of Austria-Hungary
Emperor Franz Joseph I (1848-1916)
Imperial Crown of the Austrian Empire
Emperor Franz Joseph I (1848-1916)
Empress Sissi
The Archduke Rudolf, Crown Prince of Austria, Hungary and Bohemia (21 August 1858 - 30 January 1889)
Empress Sissi of Austria
Sissi’s “fiitness studio” in Hofburg Palace in Vienna
The Archduke Rudolf, Crown Prince of Austria, Hungary and Bohemia (21 August 1858 - 30 January 1889)
Franz Joseph I of Austria ( 18 August 1830 – 21 November 1916)
Princess Stéphanie of Belgium (1864 - 1945). Second daughter of Leopold II and Marie Henriette of Austria. She married Rudolf, Crown Prince of Austria, and had one daughter. Her husband died with his teenage mistress in 1889. She remarried Elemér Lónyay in 1900.
Emperor Franz Joseph as a young man
Empress Elisabeth of Austria bedchamber in Gödöllö Palace
A beautiful close up of a young Kaiserin Elisabeth of Austria by Anton Eisle. 1855
Dress of Empress Elisabeth of Austria, 1890′s
Archduchess Gisela of Austria,daughter of Empress Sissi
Katharina Schratt (1853-1940) was an Austrian actress who became the life-long mistress and best friend of Emperor Franz Joseph.
Queen Marie Sophie of the Two Sicilies
Sister of Empress Sissi
La chambre de l'impératrice Élisabeth d'Autriche-Hongrie
The Austrian Imperial yacht Miramar
Archduchess Marie Valeris and husband Archduke Franz Salvator of Austria-Tuscany, 1890s.
Daughter of Empress Elisabeth(Sissi)of Austria
Princess Camille zu Windish Graetz, mother in law of Archduchess Elisabeth, “Erzsi” of Austria. Mids 1870s.
Young Kaiser Franz Josef, Circa (1851)
Archduchess Sohie the first child of Empress Sissi (died 2 years old)
Duchess Marie in Bavaria,later queen of Two Sicilies
(Sister of Empress Elisabeth-Sissi of Austria)
Baroness Marie Vetsera (1871 - 1889 Mistress of Crown Prince Rudolph. Found dead with him at Mayerling.
Letter written by Empress Elisabeth
Karl-Theodor Duke in Bavaria
Brother of Empress Elisabeth (Sissi) of Austria
Archduchess Sophie,the mother-in-law of Empress Sissi of Austria
Emperor Franz Joseph and Crown Prince Rudolf in hunting costumes circa 1865
Helene duchess in Bavaria
One of the sisters of Empress Sissi
Helene duchess of Bavaria
Sister of Empress Sissi of Austria
Elizabeth and Franz Joseph
Princess Auguste of Bavaria (1875–1964)
One of the granddaughters of Empress Elisabeth of Austria
She was the daughter of Archduchess Gisela
Possenhofen castle
Childhood home and favourite vacation retreat of Empress Sissi
The young Empress used to spend her summer holidays in Possenhofen with her parents, brothers and sisters.
Funeral cortege of the Emperor Franz Joseph I of Austria-Hungary, Vienna, November, 1916.
The new Emperor Karl with his wife Empress Zia and their son Otto in the funeral cortege of the Emperor Franz Joseph I.
Marie Valerie, Erzherzogin von Österreich by Carl Pietzner, 1896
Daughter of Empress Elisabeth (Sissi)
Funeral of Empress Sissi (Vienna– 18 September 1898)
Sissi’s last home
Empress Elisabeth’s tomb next to that of her husband Franz Joseph in Vienna’s Imperial Crypt, on the other side of Franz Josef’s tomb is that of their son, Crown Prince Rudolf.
Sisi wore this dress when she was stabbed.
Empress Elisabeth of Austria (also known as Sisi or Sissi) was killed on this day, 1898 in Geneva.
10 september the end of the Tragic Empress
Max Emmmanuel brother of Empress Sissi with his wife Amelie
The first child of Empress Sissi,Archduchess Sophie who died on 29 May 1857 (aged 2)
The death of her oldest child would haunt Empress Elisabeth for her entire life.
Luigi Lucheni and sharpened needle that killed Sisi.
Princess Gisela of Bavaria, neé Archduchess of Austria. 1900s.
Sissi’s daughter
(1856-1932)
“Only now do I understand what bliss a child means. Now I have finally had the courage to love the baby and keep it with me. My other children were taken away from me at once. I was permitted to see the children only when Archduchess Sophie gave permission. She was always present when I visited the children. Finally I gave up the struggle and went upstairs only rarely."
Empress Sissi after the birth of her fourth child Marie-Valerie
His Imperial and Royal Highness Crown Prince Rudolf of Austria (1858-1889)
HRH Hereditary Princess Helene Caroline Therese of Thurn und Taxis (1834-1890)
The elder sister of Empress Elisabeth of Austria
Archduchess Marie Valerie of Austria. 1880s
Daughter of Empress Sissi
Emperor Francis Joseph
Empress Elisabeth of Austria hunted often in England or in Ireland
Death notice of Empress Sissi in American Press, date: September 11th, 1898.
Archduchess Marie-Valerie of Austria
The daughter of Empress Sissi
OPHIE-CHARLOTTE WITTELSBACH-ZWEIBRÜCKEN BIRKENFELD GELNHAUSEN, HERZOGIN IN BAYERN, HERZOGIN VON ALENÇON
Sister of Empress Sissi of Austria
Silk shoes which belonged to Empress Elisabeth of Austria. The Empress had a shoe size of 41(EU)/7 (UK) at the height of 172cm (5′7).
Crown Princess Stephanie of Austria
Daughter-in-law of Empress Sissi
Princess Gisela of Bavaria, neé Archduchess of Austria, and eldest daughter, Princess Elisabeth Marie. 1874
Gisela was Sissi’s daughter
Mathilde Ludovika, Countess of Trani, neé Duchess in Bavaria. 1870s.
Sissi’s sister
Empress Elisabeth and Franz Joseph I. with their family.
Empress Elizabeth of Austria, personal mourning fan
Empress Sissi of Austria with her dog
Photograph of Elisabeth taken in Madeira. The Empress is sitting playing mandolin with ladies.
Archduchess Marie-Valerie (the daughter of Empress Sissi) with her children
Empress Elisabeth of Austria on horse
Audience Chamber #Vienna #toursist #habsburg (at Hofburg Palace)
Duke Max-Emmanuel in Bavaria ,the brother of Empress Sissi
Princess Auguste and her sister Princess Elisabeth of Bavaria
King Francesco II of the due Sicilies with consort, Queen Maria Sofia and brothers, Luigi, Count of Trani (left) and Alfonso, Count of Caserta (right). 1860s.
Maria-Sofia was the sister of Empress Elisabeth ( Sissi ) of Austria
H.M. King Maximilian I of Bavaria (1756-1825)
He was the grandfather of Empress Sissi,(the father of her mother Ludovika)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten